Stukje
Lange tijd probeerde ik elk stukje helemaal ‘af’ te maken.
Alles wat ik schreef moest compleet op zich staan – een coherent airtight klompje van onbetwistbare waarheid. Er zou mij al maar eens iemand betrappen op onnauwkeurigheid. Of nog erger, een regelrechte fout.
Hetzelfde deed ik als muziekknutselaar: elk nummer dat ik maakte moest een meesterwerk zijn – puntgaaf gemixt en afgewerkt. Want ja, stel je voor, mensen zouden kunnen denken: wat voor een prutser is die Van Den Eede.
Nu besef ik stilaan: de tekortkoming in het ene stukje mag ik opvullen met een ander. Alles niet kunnen zeggen hier? Geen erg. Ik vul wel aan in een toekomstig stukje. Tof, eigenlijk. Want dan kan ik al uitkijken naar het volgende, in plaats van obsessief, uitentreuren aan het huidige te zitten slijpen en schaven.
Na deze krakkemikkige song komt er wel een andere en die is waarschijnlijk beter. Want de tijd vordert en je leert bij. En als hij niet beter is: rinse and repeat – dan vul je ook die weer aan met een andere. No biggie.
Eerlijk is eerlijk: het blijft work in progress. Ik blijf worstelen – tot aan het schrijven van dit eigenste stukje toe. Natuurlijk heeft het wat te maken met perfectionisme en zelfacceptatie en angst voor afwijzing en dies meer. En zit de uitdaging vooral in het kunnen uitstaan van imperfectie.
Maar wat mij helpt is het kijken naar dingen niet alleen als in essentie onaf, maar als elkaar aanvullend.
Het is niet slechts de spreekwoordelijke ‘crack in everything’ van Leonard Cohen: ‘That’s how the light gets in’. Mooi genoeg idee op zich. Maar daarnaast grijpen dingen – inclusief je creaties in de breedste zin van het woord – in elkaar op zo’n manier dat ze mekaar complementeren, als een ecosysteem.
Als je de wereld als een netwerk ziet waarin het ene steeds het andere aanvult, wordt die veel minder demonisch. Laat los, die verwachting van complete op-zich-staande reine vervulling. Het geheim zit hem in de multipliciteit.
Hier laat je de bal vallen, daar vang je hem op.
En zo mag je ook zelf een onvolkomen stukje zijn. Je probeert het later nog wel eens. Met een andere lijn uit dat Cohen-nummer: ‘The birds they sang / At the break of day / Start again / I heard them say’.
Begrijp me niet verkeerd, schaven doen we sowieso. Ik verplaatste hier zonet nog een boel tekst naar de reservebank. Iets over hoe aartsmoeilijk het is om de balans te vinden tussen oprechte vakbekwaamheid en perfectionistische dwang…
Maar dat is voor een ander stukje.
foto: Xavi Cabrera | Unsplash